We spreken van kanker als een tumor kwaadaardig is. Dat betekend dat er sprake moet zijn van een tumor en dat deze tumor kwaadaardig moet zijn. Een ander woord voor tumor is gezwel of neoplasma.
Een gezwel kan ontstaan als cellen zich ongecontroleerd delen. Cellen delen zich voor groei, herstel en vervanging. De genen en het DNA spelen een belangrijke rol bij dit proces. De genen die de celdeling regelen, kunnen fouten maken. Als het lichaam deze fouten niet kan herstellen, kunnen de cellen ongecontroleerd gaan delen. Op deze manier ontstaat een tumor.
Is een tumor hetzelfde als kanker?
Niet elke tumor is kanker. Een tumor kan namelijk goedaardig en kwaadaardig zijn. We spreken van een goedaardige (benigne) tumor als een gezwel niet door ander weefsel heen groeit. Voorbeelden van een goedaardige tumor zijn een lipoom (vetbult), een poliep (zwelling in het slijmvlies), een myoom (vleesboom) en bijvoorbeeld een wratje.
Wanneer spreken we van een kwaadaardige tumor?
Als de cellen meer gaan afwijken van de gezonde vormen en het gezwel in omliggend weefsel gaat groeien is er sprake van een kwaadaardige (maligne) tumor. Een goedaardige tumor kan dus ontwikkelen naar een kwaadaardige tumor. Maar een kwaadaardig gezwel kan ook uit zichzelf ontwikkelen.
Wat zijn onrustige cellen?
Als cellen er anders uit zien dan normaal spreken we van onrustige of afwijkende cellen. Er kan dan sprake zijn van een voorstadium van kanker (premaligne aandoening). Uiteindelijk kunnen de onrustige cellen dusdanig gaan veranderen, dat ze veranderen naar kankercellen. Dit proces duurt meestal meerdere jaren.
Carcinoma in situ
We spreken van een carcinoma in situ als er sprake is van een voorstadium van kanker. “In Situ” is Latijn voor ‘op zijn plek’. De afwijkende cellen zitten dan op een bepaalde plek en hebben het omliggende weefsel nog niet aangetast. Plekken waar dit voor kan komen zijn bijvoorbeeld de alvleesklier, blaas, borst, maag en penis.
Humaan papillomavirus (HPV) en voorstadium kanker
Het HPV is een besmettelijk virus, meer dan 80% van de mensen krijgt in hun leven 1 of meerdere keren te maken met HPV. Meestal kan het lichaam deze HPV-infectie zelf op ruimen. Als het lichaam hier moeite mee heeft, kan dit ervoor zorgen dat er onrustige cellen ontstaan die uiteindelijk kunnen ontwikkelen tot kanker. HPV kan een rol spelen bij het ontstaan van verschillende soorten kanker: baarmoederhalskanker, anuskanker, peniskanker, schaamlipkanker, vaginakanker en kanker van de mond- en keelholte.
Hoe kwaadaardig zijn de kankercellen?
Door onderzoek is het mogelijk om de kankercellen te beoordelen (tumorgradering). Er wordt dan onder de microscoop gekeken naar hoe (ab)normaal de cellen er uit zien. De beoordeling hiervan wordt vaak gedaan met een cijfer: graad 1, graad 2 of graad 3.
- Bij graad 1 lijken de kankercellen nog voor een groot deel op gezonde cellen en groeien meestal langzaam. Dit noemen ze ook wel laaggradig.
- Bij graad 2 lijken de kankercellen steeds minder op gezonde cellen. Ze groeien sneller en plakken makkelijker aan elkaar.
- Bij graad 3 lijken de kankercellen niet meer op gezonde cellen en groeien ze veel sneller. Dit noemen ze ook wel hooggradig.
Wat is het verschil tussen graad 1, 2, 3 en stadium 0, I, II, III en IV?
Als er gesproken wordt over graad 1, 2 of 3, dan gaat het over het uiterlijk van de cellen en de groeisnelheid. Dit geeft andere informatie over de tumor dan wanneer gesproken wordt over een stadium. Voor de meeste kankersoorten bestaat er een beschrijving van 4 stadia. Hiervoor worden Romeinse cijfers gebruikt. De vier stadia worden gebruikt om informatie te geven over hoever de ziekte zich in het lichaam heeft uitgebreid.
Stadium 0 wordt gebruikt bij het voorstadium van kanker. Carcinoma in situ. Stadium I en II worden gebruikt als de tumor zich in een lichaamsdeel bevindt. Als de tumor is ingedeeld bij stadium I, dan is de tumor kleiner, dan wanneer sprake is van stadium II. Bij stadium III heeft de ziekte zich meestal verspreid naar het lymfeklieren. En bij stadium IV heeft de kanker zich verder verspreid door het lichaam.